Zoals bij elke vorm van voeding, kun je bij BARF fouten maken. Gelukkig zijn de meeste goed te voorkomen met een beetje kennis en voorbereiding. In deze blog bespreken we de fouten die we vaak tegenkomen – en hoe jij ze kunt vermijden.
Een veelvoorkomende fout is het voeren van te veel of te weinig orgaanvlees. Orgaan is belangrijk, maar slechts een klein deel van het menu. Te veel kan leiden tot diarree, te weinig tot tekorten. Ook zie je vaak dat mensen alleen spiervlees geven, en vergeten dat botten onmisbaar zijn voor calcium en tandreiniging. Een uitgebalanceerd menu is essentieel.
Verder wordt het belang van variatie nog wel eens onderschat. Elke diersoort bevat net weer andere voedingsstoffen. Door te variëren met rund, kip, lam, eend en vis krijg je een completer menu. Maar: bouw die variatie rustig op, zeker bij gevoelige honden.
Hygiëne is een ander aandachtspunt. Werk schoon, bewaar alles op de juiste temperatuur en voorkom kruisbesmetting. Was je handen en gereedschap goed na gebruik en zorg voor voldoende vriescapaciteit.
Tot slot: onderschat het belang van observeren niet. BARF is geen rigide systeem – het vraagt om aanvoelen. Zie je je hond minder enthousiast eten? Tijd om te variëren. Heeft hij dunne ontlasting? Check je menu. Door bewust bezig te zijn, blijf je leren en verbeteren.
Wat we ook vaak zien, is dat mensen te snel opgeven bij een kleine tegenslag. Een dagje diarree? Dat kan. Een hond die een bepaald onderdeel laat liggen? Komt voor. Maar laat dat je niet ontmoedigen. Elk lichaam is anders. Geef jezelf én je hond de ruimte om te wennen.
En vraag hulp. Er zijn zoveel mensen met kennis en ervaring die je graag op weg helpen – zoals wij bij Chercare. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Met een goede basis, een beetje nieuwsgierigheid en een open blik kom je een heel eind. BARF hoeft niet perfect te zijn – het hoeft alleen maar écht en liefdevol te zijn.